Militair rupsvoer- en vaartuig als pronkstuk
Jan Besselink (71) is technisch goed onderlegd en gek op oude wagens. Deze combinatie heeft ervoor gezorgd dat hij al heel wat auto’s heeft opgeknapt. “Voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog zijn favoriet”, vertelt de inwoner van Vorden. “In de eenvoud zit de schoonheid, vind ik. Deze klassiekers zijn degelijk, goed te onderhouden en lopen mooi.”
De Achterhoekse autoliefhebber heeft een bijzondere collectie oldtimers in bezit. Het pronkstuk is onbetwist een amfibievoertuig. Het gaat om de Weasel M29C, een militair rupsvoer- en vaartuig uit 1945 afkomstig uit de Verenigde Staten. “Ze zijn gemaakt voor gevechten in de sneeuw of in moerasgebied. Met de brede tracks komen ze overal doorheen”, weet de eigenaar. Het amfibievoertuig is een indrukwekkende verschijning en weegt zo’n 2 ton. Je verwacht hem niet aan te treffen in een schuur in Vorden. “Ik kwam er in 2004 aan via ‘Keep them Rolling’, een vereniging waarvan de leden en donateurs zich inzetten voor het behoud van voer-, vaar- en vliegtuigen uit de periode 1939-1945.” Jan Besselink vond de Weasel niet goed varen en maakte er zelf een schroef aan. “Daarna ging het prima. Zo af en toe ga ik ermee varen. Dat is iedere keer weer een speciale belevenis. Je snapt, dat trekt ook veel bekijks. Iedereen komt naar je toe en wil een praatje maken. Hij mag ook op de weg.”
Kelder als werkplaats
Een rondgang door de bijgebouwen van de zeventiger levert nog meer mooi materiaal op, zoals een witte Volkswagen K181 uit 1978 ook wel Kubel genoemd. “Die heb ik al 38 jaar in bezit. De laatste dertig jaar stond hij stil. Onlangs heb ik hem weer van stal gehaald.” Maar ook de Dodge WC 51 (4 x 4) en WC 61 (6 x6) mogen gezien worden. De legervoertuigen verkeren in goede staat, net als de Ford Jeep GPW uit 1945, de tegenhanger van de Willy. Een okergele Opel C Kadett uit 1975 maakt de verzameling compleet. “Ook die heb ik al dertig jaar en wordt nog steeds gebruikt als tweede auto. Niet kapot te krijgen.” Dan heeft Jan nog een verrassing in petto. Vanuit de schuur dalen we via een trapje af naar een kelder. “Dit is mijn domein, het is de werkplaats voor restauratie en onderhoud. Hier heb ik al heel wat uurtjes doorgebracht.” Maar hoe krijgt hij de voertuigen beneden, vraag ik me af. Jan lijkt mijn gedachten te kunnen lezen. “Een deel van het plafond is tevens een brug, die kan ik met een lier laten zakken.” Ook dat heeft hij allemaal zelf bedacht en gemaakt.