Démira Jansen werd geboren in ’s-Heerenberg en groeide daar op. Muziek was altijd een belangrijke factor in haar leven. Al op zestienjarige leeftijd nam ze deel aan de wedstrijd ‘Beste Singer-Songwriter van Nederland’. Na de middelbare school besloot ze niet te gaan studeren, maar zich met muziek bezig te blijven houden. “Mijn ouders zijn altijd achter me blijven staan en dat vind ik heel bijzonder”, aldus Démira.
Het was haar droom om gitarist te worden, maar door een blessure aan haar hand leek het onmogelijk om voor dat vak aan het conservatorium te studeren. “Het laatste jaar op de middelbare school had ik nauwelijks de kans om mijn gang te gaan in de muziek. Het voelde echt als een kooi, waar ik niet aan kon ontsnappen. Mijn ouders lieten me gelukkig vrij en verplichtten me daarna niet om te gaan studeren, zodat ik kon gaan doen waar mijn hart lag.” Démira verhuisde naar Amsterdam. In eerste instantie maakte ze als meisje met een gitaar folky singer-songwriter muziek. Later kwam er een band bij. “Je ontwikkelt je in die jaren natuurlijk ook als mens. Na vijf jaar besloot ik met het oog op de zenuwschade in mijn hand de gitaar aan de kant te doen en me meer te focussen op de knopjes. Nu schrijf ik nog altijd teksten als singer-songwriter, maar produceer ik alle muziek daaromheen met minder gitaar en meer electronica, zoals synthesizers, samples, beat machines, et cetera.”
New York
Voor inspiratie en om een plek voor die muziek te vinden maakte Démira verschillende buitenlandse uitstapjes en kwam in New York terecht, waar ze twee jaar woonde. Daar werkte ze als artiest en als muziekproducer bij Electric Lady Studios (opgericht door Jimi Hendrix in 1970). “Maar toen kwam corona en kwam de stad die draait op restaurants, uitgaan en de entertainment sector bijna tot stilstand. Echt een spookstad. Ik kon natuurlijk ook niets en het werd uiteindelijk allemaal zo naar, dat ik besloot één van de laatste vluchten terug naar Amsterdam te nemen.”
Terug in Nederland maakte Démira eerst nog muziek voor documentaires, maar ook de videobranche moest bezuinigen en koos steeds vaker voor stockmuziek. “Ik besloot kunstgeschiedenis aan de universiteit te gaan studeren en zit nu in mijn derde jaar en denk heel visueel na bij muziek. Ik kreeg de meeste inspiratie in een museum of in een kunstgalerie. Dat voedt mijn creativiteit en het spreekt veel meer tot mijn verbeelding dan muziek zelf. Muziek produceren is voor mij alsof ik schilder of een collage maak, maar dan met geluiden in plaats van verf en dergelijke.”
Muziek bleef wel steeds een grote rol spelen en ondanks corona probeerde ze zo zichtbaar mogelijk te blijven. Ze besloot uiteindelijk toch maar muziek die ze al in New York had gemaakt uit te brengen. “Want als een moederzwaan op de eieren blijven zitten is echt niks voor mij. Ik heb het de wereld in geslingerd, hoewel er niet live gespeeld kon worden door de maatregelen van de pandemie. Dat was jammer natuurlijk, want optreden doe ik het allerliefst.”
Iggy
Démira: “Gelukkig kunnen we inmiddels weer de planken op. Mijn debuutalbum is af en komt op 10 mei uit. Het album heet Iggy. Ik zou het genre omschrijven als surrealistische popmuziek en het is echt mijn geesteskind. Op het album staan dertien liedjes die allemaal met elkaar in verband staan. Samen vormen ze een verhaal, met heel veel symboliek in de teksten. Op de dag dat het album uitkomt speel ik een bijzondere show samen met band in de Melkweg in Amsterdam.” Daarnaast heeft Démira ook heel veel plezier in een nieuw werkveld, het theater. Ze toert momenteel door het hele land met de muziektheatervoorstelling Dochters van Nino van Theater Oostpool. “Nooit gedacht dat ik muziek zou maken voor het theater, maar ik werd ervoor gevraagd en zei volmondig ja! Dat was in eerste instantie voor Het Achtste Leven (Voor Brilka). Dat vond ik al te gek, al is het een sprong in het diepe, maar die productie is wegens onvoorziene omstandigheden opgeschort naar volgend jaar.”
Dochters van Nino
In plaats daarvan kwam de theaterproductie Dochters van Nino. Démira, die daarin samen met drumster Sharon Harman live muziek speelt, neemt het publiek mee op een muzikale reis, die vier generaties overspant en die gaat over het enorme vermogen van vrouwen om liefde, hoop en een sterke gemeenschapszin ondanks een gruwelijk verleden door te geven. Démira zingt daarin een aantal nummers die op Iggy staan en ook nog twee nummers die ze voor de voorstelling heeft geschreven. Daarnaast is ze ook verantwoordelijk voor de muziek die tijdens de scenes te horen is. “We zijn een soort alwetende verteller die door de muziek erin te stoppen het publiek helpt om een bepaald gevoel te krijgen. Ik vind het fantastisch en het is heel leuk en bijzonder dat ik dit mag doen.” Dochters van Nino is nog tot 20 mei te zien in verschillende theaters. Voor de agenda zie www.oostpool.nl.
___________________________________________________________________
MIJN Verhaal
De Achterhoek zit vol met mooie, bijzondere verhalen over mensen, verenigen en actualiteiten. In de rubriek MIJN verhaal leest u hier iedere maand over. Ga voor meer artikelen over de rubriek MIJN Verhaal naar de volgende link. https://www.helemaalachterhoek.nl/category/mijnmagazine/mijn-verhaal/